Ondernemingsraad (OR) - Tijd werkzaamheden OR-lid

Hoeveel tijd krijgt een OR-lid voor zijn werkzaamheden in de ondernemingsraad?

Om als ondernemingsraad en als OR-lid je werkzaamheden goed te kunnen doen heb je daarvoor voldoende tijd nodig. In artikel 18 lid 3 WOR is minimaal 60 uren voor ‘onderling beraad’ en ‘het raadplegen van andere personen’ opgenomen. Voorbereidingstijd, vergadertijd en de overlegvergadering met de bestuurder zijn hierin dus nog niet opgenomen. De wet geeft geen grenzen aan de duur van vergaderingen.

Als je uit gaat van 40 werkweken heb je minimaal 1,5 uur per week tijd voor het OR-werk zoals onderling overleg en achterbanraadpleging. Deze uren vallen onder ‘werktijd’ en worden uiteraard betaald door de werkgever. Dit aantal uren is absoluut en geldt ook voor parttimers (dus niet naar rato).

Verder gaat het hier om een minimum van 60 uur per jaar. Het kan redelijk zijn om dit aantal uren naar boven bij te stellen. De OR en de bestuurder moeten samen een redelijk aantal uren vaststellen. Komen ze er niet uit dan kunnen ze in het uiterste geval naar de kantonrechter. De ondernemingsraad kan met de bestuurder aanvullende afspraken maken in bijvoorbeeld een convenant (overeenkomst tussen ondernemingsraad en bestuurder).

Tijd voor scholing

Daarnaast hebben de OR- en commissieleden (vaste commissies) recht op een minimaal aantal vrije dagen voor scholing per jaar:

• 5 scholingsdagen voor een OR-lid
• 3 scholingsdagen voor een commissielid dat geen OR-lid is
• 8 scholingsdagen (!) voor een OR-lid dat ook commissielid is

De ondernemingsraad mag zelf bepalen welke scholing hij nuttig vindt en bij welk instituut of advies- of trainingsbureau voor de ondernemingsraad. De meeste startende ondernemingsraden organiseren in elk geval aan het begin van de termijn een meerdaagse maatwerk OR-scholing of -training. Hierin wordt de basis voor het OR-werk behandeld zoals de WOR, rol van de ondernemingsraad, werkwijze van de ondernemingsraad, etc.

Verder is het belangrijk dat de ondernemingsraad als een team leert samenwerken bij het nemen van besluiten, het vergaderen met de bestuurder en het communiceren met de omgeving. Na de basisopleiding voor de ondernemingsraad wordt vaak nog een vervolgtraining georganiseerd om er voor te zorgen dat het geleerde daadwerkelijk in de praktijk wordt gebracht. Verder kan het zinvol zijn om bepaalde OR- of commissieleden specialistische OR-cursussen te laten volgen over bijvoorbeeld financiën, pensioenen, Arbo, etc.

Tussen droom en werkelijkheid staan dus geen wetten in de weg. Soms wel praktische bezwaren. Zo komt het voor dat de bestuurder ruimhartig uren afspreekt met de OR maar dat de leidinggevende of collega’s in de praktijk niet erg meewerken. OR-leden vinden regelmatig zelf ook dat ze het te druk hebben voor OR-werk. Ze geven het OR-werk geen prioriteit. Het is belangrijk om in het achterhoofd te houden dat OR-werk óók werk is. Je bent verantwoordelijk voor invloed op belangrijke besluiten die je collega’s treffen.

De werkgever is verplicht om de scholing te betalen, uiteraard voor zover de ondernemingsraad hierover redelijke voorstellen doet. In de praktijk blijkt dat bestuurders (en HR) hier in verschillende organisaties heel verschillend over denken. Sommige bestuurders doen al moeilijk over een cursus van een dag in een heel jaar. Anderen zien het voordeel van een ontwikkelde OR en geven de ondernemingsraad de vrije hand en een ruim budget.